Berichten

Agentschap Telecom over APRS-digipeaters

Agentschap Telecom heeft recent enkele ‘digipeaters’ in het APRS-netwerk onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat er mogelijk enige onduidelijkheid bestaat over het gebruiken van een (digi)repeater op basis van de eigen amateurregistratie. Vooral het idee dat ‘als je bij de zender aanwezig bent’ je een repeater op een privé-call mag gebruiken blijkt door veel zendamateurs als juist te worden gezien. Om deze onduidelijkheid weg te nemen, is hieronder de van toepassing zijnde regelgeving uitgelegd.

Een (digi)repeater zendt aan de ingang ontvangen berichten, zonder tussenkomst van de eigenaar/gebruiker van deze repeater, opnieuw uit. In de situatie dat dit gebeurt met een vergunning (voorheen ATOF) is dat juist, maar in de situatie dat dit gebeurt op basis van de registratie is dit fout. Hierbij speelt artikel 10 van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning met meldingsplicht 2015 een rol:

Art. 10, lid 1, onder b zegt: “Het uitzenden van omroepprogramma´s, muziek, reclame of berichten van of voor derden is niet toegestaan.”

Ook berichten van andere zendamateurs of andere geautomatiseerde systemen zijn berichten van derden. Hiermee is het ter beschikking stellen van een (digi)repeater aan andere zendamateurs een gebruik dat niet wordt gedekt door de registratie van de eigenaar/gebruiker, maar dient te worden gedekt door een vergunning voor het zenden met een relaisstation van Agentschap Telecom. Lees meer over het aanvragen van een vergunning in de Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs.

Het gebruik van repeaters zonder vergunning kan leiden tot een sanctie.

AT: Verscherpt toezicht op gebruikers PI2NOS

Agentschap Telecom gaat de komende weken verscherpt toezicht houden op de bovenregionale repeater PI2NOS. Dat heeft de toezichthouder laten weten. Aanleiding zijn meerdere klachten (van zendamateurs) over medegebruikers en een toename van klachten over clandestiene gebruikers die via het landelijke netwerk een podium zoeken. Het grootste probleem daarbij zijn de legitieme gebruikers zelf, die hierop reageren en een podium bieden. Naar verwachting kunnen deze amateurs dan ook rekenen op een belletje of schrijven van de toezichthouder.

Eerder al nam Stichting Scoop Hobbyfonds, ofwel de Hobbyscoop, maatregelen om clandestien gebruik tegen te gaan. Een ander groot probleem zijn zendamateurs zelf die tussen QSO’s door lopen schreeuwen. In de afgelopen periode heeft AT op meerdere momenten meegeluisterd en er gaat gelukkig ook heel veel goed. Maar er doen zich zo nu en dan zaken voor die weinig of niets te maken hebben met het zendamateurisme. Dit is een complex probleem en de aanpak ervan arbeidsintensief. Naast diverse intruders is echter ook opgevallen dat zendamateurs zichzelf ook niet altijd houden aan de voorwaarden die hun registratie stelt:

Lees meer

AT: Zendamateurs zoeken hogere frequenties op

Het aantal zendamateurs in Nederland blijft stabiel op 13.000. Dat schrijft Agentschap Telecom in haar jaarverslag ‘Staat van de Ether’, dat vandaag op haar website gepubliceerd is. De verwachting is dat het aantal zendamateurs ook gelijk zal blijven. Welk merkt de toezichthouder op dat het spectrumgebruik zich meer lijkt te verplaatsen naar hogere frequenties. Dit zou een landelijke trend zijn, naast de overgang van analoge naar digitale technieken.

In Nederland zijn momenteel zo’n 13000 radiozendamateurs. Het aantal vergunningen en registraties in deze sector is stabiel. Naar verwachting blijft dit ook de komende jaren zo. Hun spectrumgebruik lijkt zich te verplaatsen naar hogere frequentieruimte. Dit is een landelijke trend. Tegelijkertijd is er sprake van een overgang van analoge naar digitale technieken.

Vanaf 2017 geldt een nieuwe gedragslijn voor radiozendamateurs. Deze biedt meer ruimte voor experimenten.

Het complete verslag is te lezen op de website van Agentschap Telecom.

Agentschap Telecom over aanpak Intruders

De VRZA heeft tijdens het Amateur Overleg vragen gesteld aan Agentschap Telecom inzake de aanpak van intruders op diverse amateurbanden. Daarbij geeft de toezichthouder aan slechts reactief op te treden op basis van gemelde klachten. Als er voldoende informatie (tijd, locatie) wordt aangeleverd kan Agentschap Telecom pas gerichte acties ondernemen. Dat blijkt uit de notulen van het 95e Amateur Overleg.

Omdat deze verstoringen zich op willekeurige momenten voordoen is het voor AT niet mogelijk om hier continu aandacht aan te besteden. Bij meldingen is het van belang om zoveel mogelijk informatie ter beschikking te stellen. Op welke dagen en tijdstippen vindt de verstoring het ernstigst en meest plaats? Het belangrijkste is, door het luisteren van amateurs op de ingang, te bepalen waar een mogelijke intruder zich kan bevinden.

De toezichthouder geeft daarbij aan klachten te bundelen en deze op niet-exclusieve basis te behandelen. Wanneer direct resultaat niet mogelijk is dan wordt de klacht gesloten. Wél blijft Agentschap Telecom de zaak in behandeling houden wanneer dit mogelijk is. “Meldingen over deze zaken sluit AT doorgaans direct, om hoge doorlooptijden te voorkomen. Dit zegt echter niets over de behandeling.”

Drie vervolgingen inzake piraterij op PI2NOS

Bij zendamateurs bestaat vaak het gevoel dat clandestiene gebruikers wegkomen met hun gedrag. Om dit gevoel weg te nemen zal Agentschap Telecom meer inzicht geven in het aantal klachten en de resultaten van deze meldingen. Zo heeft de toezichthouder drie klachten over intruders op PI2NOS behandeld. Dit heeft geleid tot een strafrechtelijk onderzoek waarbij zendapparatuur in beslag genomen is. Justitie heeft in deze zaken de dader vervolgt en dit heeft tot een veroordeling geleidt.

Waarschuwingen op basis van opnamen

In een zevental gevallen is er telefonisch contact geweest met een zich misdragende zendamateur. Deze amateurs zijn aangesproken op hun gedrag en te verstaan gegeven dat ze op warme aandacht van Agentschap Telecom konden rekenen bij herhaling van dergelijk gedrag. Deze zaken zijn op basis van aangeleverde, of via internet beschikbare geluidsopnames gestart. Hierdoor is b.v. een gele kaart niet mogelijk omdat de overtreding niet is gehoord door een toezichthouder.

Meer meldingen verstoringen door zendamateur

Agentschap Telecom heeft over heel 2016 slechts één klacht ontvangen over een verstoring door een zendamateur. In 2017 (peildatum maart) zijn er inmiddels 41 klachten binnengekomen. Zendamateurs lijken dus actiever te zijn in het melden van storingen door een collega-amateur. Ook worden intruders vaker gemeld, zo valt te lezen uit de notulen van het 95e Amateur Overleg.

Boete en dwangsom voor overtreding

Eén radiozendamateur is een boete en een Last onder dwangsom opgelegd in verband met overtreding van de registratievoorwaarden.

 

AT over de nieuwe gedragslijn vergunningen

Sinds 1 april jl. is de nieuwe gedragslijn vergunningen van toepassing op onbemande experimenten van radiozendamateurs. De vergunningen zijn techniekneutraal en er is extra frequentieruimte beschikbaar gekomen voor met name digitale toepassingen. Hamnieuws was benieuwd naar de eerste ervaring en heeft contact gezocht met Agentschap Telecom.

De toezichthouder geeft aan dat er door het nieuwe beleid een 17-tal vergunningen extra aangevraagd zijn, waaronder repeaters in het nieuwe frequentiegebied 438.4000 – 438.5000 MHz. Daarnaast zijn een 7-tal vergunningen omgezet naar de nieuwe techniekneutrale standaard.

“De nieuwe gedragslijn is tot stand gekomen in zeer goede samenwerking met de landelijke amateurverenigingen. Tot nu toe heeft de invoering geleid tot een 17-tal aanvragen, zowel nieuwe relaisstations als aanpassingen van bestaande vergunningen. De invoering heeft niet geleid tot veel extra vragen, de amateurgemeenschap speelt prima in op de nieuwe ontwikkelingen.”, aldus Agentschap Telecom.

Een antwoord op de Novice herijking?

De verenigingen zijn druk om na te denken hoe ze een antwoord gaan geven op het verzoek van Agentschap Telecom inzake het dossier ‘Novice herijking’. De VRZA heeft een werkgroep samengesteld, VERON is vandaag met een enquête komen om haar leden te raadplegen. Veel van deze (niet) leden wisselen al even informeel van gedachten op de Hobbyscoop chatserver.

Niemand lijkt echter nog een concreet antwoord te hebben op de vraagstellingen van de toezichthouder. Hamnieuws heeft van een van onze lezers een ingezonden brief ontvangen die een richting kan bepalen waar één en ander heen zou kunnen gaan. De basis voor de nieuwe Novice vergunningen die met ingang van 1 april 2018 afgegeven worden is daarbij genoemd, alsook de bijbehorende frequenties en vermogens.


Update: Mochten andere lezers andere meningen hebben, dan kunnen deze voorzien van uitgebreide onderbouwing per punt verzonden worden naar redactie@hamnieuws.nl onder vermelding van ‘Ingezonden brief’. Het originele uitgangsdocument te te vinden op de website van de VRZA.


Agentschap Telecom
t.a.v. de heer F. Hofsommer
Postbus 450
9700 AL Groningen

Uw kenmerk: AT-EZ/AO
Onderwerp: Herijking N-registratie

Geachte heer Hofsommer, De verenigingen hebben kennisgenomen van uw verzoek van 9 maart jl. inzake herijking van de N-registatie. Na intensieve overlegmomenten en consultatie trachten wij de door u gestelde vragen binnen de door u aangegeven randvoorwaarden, hopelijk naar uwer tevredenheid, hieronder te beantwoorden.

U vraagt van ons antwoorden gestoeld op zowel een gedegen als objectieve onderbouwing én waarbij sprake is van het fundamenteel opnieuw bezien inzake:

1. “Waar de N-registratie voor dient”
Ons inziens vormt de N-registratie een eerste kennismaking met de mogelijkheden die het zendamateurisme biedt. Wij zijn verheugd dat u de meerwaarde van de amateurdienst onderkent en beoordeelt als een instrument om innovatie in het radiofrequentiespectrum te bewerkstelligen.

Terecht stelt u dat voor deze innovatie kennis en vaardigheden nodig zijn. In de praktijk blijkt het vereiste kennisniveau voor de F-registratie (in beginsel) voor sommige geïnteresseerden in het zendamateurisme te hoog gegrepen is. Een reflexmatig antwoord uwerzijds zou kunnen zijn dat deze geïnteresseerden hun geluk dan maar op andere hobbyvlakken moeten zoeken of in andere -meer gereguleerde- delen van het radiofrequentiespectrum. Dit vinden wij echter te kort door de bocht omdat de radioamateurdienst zich wezenlijk onderscheidt van andere radiodiensten. De radioamateurdienst is een van de weinige, zo niet de enige, radiodienst is die experimenten met radiozendinrichtingen toelaat.

Het is onze hoop dat, door N-certificaathouders tóch in de amateurbanden toe te laten, zij door interactie met andere zendamateurs worden geïnspireerd en uitgedaagd om zich zodanig te ontwikkelen en bekwamen dat na een redelijke en billijke periode het F-examen kan worden behaald.

Als redelijke en billijke periode stellen wij drie jaar voor. Met de voorgestelde tijdelijke periode menen wij dat zowel toekomstige als bestaande N-certificaathouders door deze objectieve, maar bewust ook tijdige, prikkel willen doorleren naar het F-niveau om zo succesvol het F-examen te halen.

Indien een N-certificaathouder na de voorgestelde drie jaar niet heeft aangetoond het F-examen met goed gevolg te halen, ligt herbezinning omtrent het type en de aard van de radiohobby voor het betreffende individu in de rede en wordt de N-registratie ingetrokken. Het is duidelijk niet onze wens dat er continue sprake blijkt van periodieke ‘herregistratie’ op N-niveau omdat daarbij geen bijdrage wordt geleverd aan de innovatiekracht van de amateurdienst. Het staat de dan ex-N-certificaathouder vanzelfsprekend vrij deel te nemen aan (toekomstige) F-examens. Blijkbaar heeft zijn tijdelijke en kennismakende aanwezigheid van drie jaar binnen de amateurbanden niet positief bijgedragen aan het verhogen zijn kennisniveau en zal hij andere methoden moeten vinden om aan het F-niveau te voldoen.

2. “Over welke kennis en kunde men beschikt als men het N-certificaat heeft behaald”
In uw randvoorwaarden refereert u naar het document CEPT-ECC Rec (05) 06. In dit document wordt verwezen naar het ERC Report 32. Dit rapport beschrijft de kennis en kunde waarop toekomstige N-examenkandidaten dienen te worden getoetst. Na het succesvol afleggen van het N-examen krijgen geslaagde kandidaten een certificaat waarmee bij uw instantie tegen een billijke vergoeding een N-registratie kan worden aangevraagd indien de certificaathouder dit wenst.

3. “Welk gebruik van frequenties daar bij zou moeten horen”
Ons inziens moet een N-certificaathouder aan zowel een gebruikelijke als laagdrempelige vorm van radioverkeer binnen de amateurbanden kunnen deelnemen. Wij vinden hiertoe analoge spraakvormen zeer geschikt. Afhankelijk van de gebruikte frequentieruimte denken wij aan FM (F3E) en SSB (J3E) met inachtneming van betreffende IARU R1-bandplannen en bandbreedten.

Naar onze mening dient een N-certificaathouder zich doelbewust binnen de amateurbanden te manifesteren. Zijn doel is om zich gedurende de kennismakingsperiode te bekwamen tot het F-niveau. Daarbij dient hij op bewuste wijze met de toegewezen frequentieruimte om te gaan en zich te richten op zijn eigen spectrale impact en niet zich niet te laten (af)leiden en/of afhankelijk te zijn van (actieve resp. doorgeef) experimenten van anderen. Om deze reden achten wij simplexfrequentiegebruik toereikend en wel op een zodanige wijze dat stoorpotentieel naar ander(e) frequentiegebruik(s) wordt voorkomen, ongeacht de status van ander(e) frequentiegebruik(ers) binnen de vigerende frequentieruimte.

4. “En vervolgens beoordelen welke frequenties hiervoor kunnen dienen, mede gelet op ander gebruik van deze frequenties en het stoorpotentieel”
Zoals wij in de beantwoording van de vorige vraag trachtten uit te leggen, zou een N-certificaathouder aan het simplexradioverkeer moeten kunnen deelnemen met de analoge spraakvormen F3E en J3E. Dit betekent dat er voor N-certificaathouders in beginsel geen frequentieruimte beschikbaar moet zijn waarin andere typen en/of vormen van radioverkeer, resp. ander frequentiegebruik, plaatsvindt. De IARU heeft internationaal afgestemde bandplannen die wij als uitgangspunt kiezen. Hierdoor wordt voor een zeer groot deel voorkomen dat N-certificaathouders ander(e) frequentiegebruik(ers) storen.

Omwille van de voorgestelde wijzigingen in het rapport ITU-R M.1732 moet destemeer worden voorkomen dat N-certificaathouders (onbedoeld) zelf storing veroorzaken of andere radiodiensten, -verkeer en/of -toepassingen storen. Naast dat verkeerd frequentiegebruik verstorend kan werken, speelt het gehanteerde zendvermogen een zeer voorname rol.

Na intensief beraad onzerzijds stellen wij de volgende amateurfrequentiebanden -met het daarbij behorende frequentiegebruik- voor N-registranten voor en is gebaseerd op de volgende criteria:

a. de frequentieruimte is uitdagend genoeg om door leren voor de F-registratie
b. hij/zij moet eenvoudig kunnen deelnemen aan bestaand radioverkeer
c. de N-registrant gebruikt commercieel verkrijgbare apparatuur
d. de frequentieruimte is representatief en prikkelend t.a.v. bestaande radiopropagatievormen
e. stoorpotentieel naar ander(e) frequentiegebruik(ers) wordt voorkomen
f. wezenlijk onderscheid tussen de N- en F-categorieën

Voorgestelde frequentieruimte, gebruik en uitgangsvermogen:
3620 – 3700 kHz, simplex, J3E (lage zijband, LSB), uitgangsvermogen 25W PEP
14125 – 14345 kHz, simplex, J3E (hoge zijband, USB), uitgangsvermogen 25W PEP
144.150 – 144.397 MHz, simplex, J3E (hoge zijband, USB), uitgangsvermogen 25W PEP
145.2125 – 145.5625 MHz, simplex, F3E, uitgangsvermogen 25W

De voorgestelde frequentiesegmenten zijn gebaseerd op de IARU R1-bandplannen met daarin gecoördineerd frequentiegebruik met analoge modulatievormen. Alhoewel het in de rede ligt het zendvermogen ‘aan te passen’ aan commercieel/laagdrempelige beschikbare apparatuur vinden wij een dergelijke aanpassing geen bijdrage leveren aan het op een, gedurende de driejarige kennismakingsperiode, doelbewuste manifestatie van de N-registrant binnen het radiofrequentiespectrum.

Onze zienswijze is dat de N-registrant zich gedurende de kennismakingsperiode bewust moet zijn, dan wel worden gemaakt, van zijn beperkingen om zo de prikkel om het F-examen te halen te maximaliseren. Dit borgt ons inziens ook uw wens om de N- en F-categorie wezenlijk van elkaar te laten onderscheiden. Kwa zendvermogen alleen scheelt dit dus 12 dB (’twee S-punten’).

Wij hebben de volgende objectieve argumenten voor de door ons voorgestelde frequentieruimte: De frequentieband 144 – 146 MHz (zgn. 2m band) biedt naast een landmobiel en regionaal karakter ook mogelijkheden voor internationaal verkeer. De diversiteit aan radiopropagatievormen op de 2m band dragen met name aan het internationale verkeer bij. Vanuit propagatieperspectief voegen hogere frequentiebanden (zoals b.v. 70cm 430 – 440 MHz) niets toe. Erger nog, deze hogere frequentiebanden bieden juist mínder propagatievormen.

De afgelopen jaren is gebleken dat de huidige N-allocatie binnen de 40m band (7050 – 7100 kHz) is dichtgeslibd met een diversiteit aan frequentiegebruik(ers) waardoor het stoorpotentieel van huidige N-registranten is verhoogd. Daarbij is een waargenomen trend dat de kritische frequentie van onze aardatmosfeer boven Europa in toenemende mate 7 MHz niet meer haalt.

Om (toekomstige) N-certificaathouders toch tijdelijk de mogelijkheid te geven gebruik te maken van zo veel mogelijk propagatievormen, stellen wij een segment in de 80m band (3620 – 3700 kHz) voor. Dit segment is hoofdzakelijk gealloceerd voor analoge spraak (J3E). De propagatievormen aldaar zijn gemiddeld genomen meer divers zodat N-certificaathouders bijvoorbeeld ook structureler met NVIS (Near Vertical Incident Skywave) propagatie kennis kunnen maken.

De 20m band hebben wij gekozen zodat N-certificaathouders zich kunnen bekwamen in deelname aan internationaal radiozendamateurverkeer. Het bandsegment 14125 – 14345 kHz is conform IARU R1 hoofdzakelijk gealloceerd voor analoge spraak (J3E).

Ons inziens voegt de huidig toegewezen frequentieruimte binnen de 10m-amateurband niets toe. Erger nog, omdat propagatievormen in deze band zeer afhankelijk zijn van zonneactiviteit (de zgn. 11-jarige zonnecyclus) zou het oneerlijk zijn N-certificaathouders tijdens hun driejarige kennismakingsperiode daarvan ‘de dupe’ te laten zijn. Dit moet dus worden voorkomen.

Naast ons voorstel inzake het beantwoorden van uw verzoek, willen wij u een andere kwestie onder de aandacht brengen. De afgelopen jaren is het radiolandschap in Nederland en daarbuiten drastisch veranderd door o.a. de opmars van mobiele telefonie en digitalisering van omroeptoepassingen. Ons is gebleken dat sommige huidige examenvragen (N en F) zijn verouderd en/of niet meer appelleren aan de huidige toestand van de ether.

Om realiteitswaarde van deze vragen te verhogen, zijn meer representatieve vragen gewenst om (toekomstige) N-certificaathouders beter te faciliteren met het succesvol halen van het F-examen.

Voorts is een voornaam aandachtspunt dat in de toekomst moet worden voorkomen dat potentiële certificaathouders (N en F) door het alleen leren van (oude) examens, in combinatie met de juiste antwoorden, slagen. Het beoogde doel van een N- of F-examen is ons inziens dat examenkandidaten worden getoetst op cognitieve kennis zodat zij -na slagen- zo optimaal mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan de innovatiekracht van de amateurdienst.

Dit brengt ons inziens met zich mee dat er een grotere diversiteit aan examenvragen moet komen die niet, of significant moeilijker, op basis van patroonherkenning ‘aan te leren’ zijn.

Het heeft onze voorkeur dat ons voorstel inzake de beantwoording van uw vragen met ingang van 1 april 2018 ingaat. Ons voorstel met betrekking tot de examenvragen zal waarschijnlijk wat meer tijd vergen tot bijvoorbeeld 1 januari 2019.

Graag vernemen wij uw reactie op bovenstaande en zijn te allen tijde bereid onze voorstellen toe te lichten.

Met vriendelijke groet,

. . . . . . . .

Download het originele document.

De VRZA geeft een update over ‘Novice Herijking’

De VRZA heeft vandaag een update gegeven over de ‘Novice herijking’. De vereniging heeft er inmiddels 3 werkgroepbijeenkomsten op zitten. Daarnaast heeft de VRZA een oriënterend gesprek met de Veron en het Agentschap Telecom achter de rug.

De ideeën van de Werkgroep lijken zich op twee gebieden toe te spitsen:

  1. Zijn er wellicht goede argumenten te vinden om het AT ervan te overtuigen dat we de gehele 40 meter band ter beschikking willen hebben? Zijn er mogelijkheden voor vrijgave van de 80 meter band? Van de ons omringende landen zijn wij de enige waarvan de N-geregistreerde geen gebruik mag maken van die band.
  2. Wat zijn de mogelijkheden – als je een tijdje je N-registratie hebt en actief bent op de verschillende banden – om door te groeien naar een F-registratie, waarbij natuurlijk wel voldaan moet worden aan de CEPT Harec recommandatie? Welke onderwerpen zouden dan in een mogelijk aanvullend examen nog getoetst moeten worden?

“Tijdens de laatste bijeenkomst met Agentschap Telecom en de VERON hebben we afgesproken gezamenlijk op te trekken voor deze enquête. Zo zullen de enquête- vragen door zowel de Veron, de VRZA en het AT worden opgesteld. Ook de VRZA wil deze enquête beschikbaar stellen aan haar leden”, laat Ron (PB0ANL) namens de VRZA weten.

Meer informatie: VRZA.nl.

PMSE: Te weinig deelnemers LSA-pilot

PMSE, de belangenvereniging voor Program Makers en Special Events (gebruikers van draadloze DAV-apparatuur) heeft in de nieuwste editie van haar nieuwsbrief geschreven dat er volgends haar te weinig deelnemers zijn aan de LSA-pilot van Agentschap Teleom inzake medegebruik van de 13cm band. “Uit de update die wij ontvangen over dit project blijkt het aantal deelnemers en het aantal reserveringen sterk achter te blijven bij de verwachtingen”, zo valt te lezen.

Volgens de inschattingen van PMSE zijn er ongeveer 100 gebruikers. Volgens de vereniging moeten dit er aanzienlijk meer zijn en zij roept leden dan ook op om mee te doen, zodat de activiteiten van draadloze cameraverbindingen zichtbaar worden. “En helpen zo met het mogelijk verliezen van deze frequentieband, waar helaas ook mobiele telecomproviders grip op willen krijgen.”

Nieuwe gedragslijn vergunningen gepubliceerd

Agentschap Telecom heeft zojuist de vernieuwde ‘Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs’ gepubliceerd. Aan deze gedragslijn is ruim twee jaar gewerkt door de toezichthouder en verenigingen VERON en VRZA. De nieuwe gedragslijn vergunningen vervangt hiermee de ‘Beleidsnotitie onbemand frequentiegebruik’ die voor het laatst op 1 februari 2013 is bijgewerkt. Tijdens de laatste aanpassing in 2013 zijn bovenregionale relaisstations mogelijk gemaakt.

De vernieuwde gedragslijn geeft meer ruimte voor repeaters, modulatievormen en gebruikte bandbreedtes. Wijzigingen zijn er voor APRS op de 70-centimeter band. Nieuw is mogelijkheid voor Full amateurs om, onder voorwaarden, een vergunning voor maximaal 1600 Watt zendvermogen aan te vragen. Hamnieuws heeft de belangrijkste wijziging op een rij gezet:

Lees meer

Agentschap Telecom over ‘Novice herijking’

De randvoorwaarden die Agentschap Telecom heeft gesteld aan de verenigingen zijn afgestemd en op papier gezet. Dat heeft de toezichthouder vorige week laten weten aan de verenigingen. Op de website van de VRZA is deze brief inmiddels te lezen.

Met herijken bedoeld de toezichthouder te onderzoeken:

  1. waar de N-registratie voor dient;
  2. over welke kennis en kunde men beschikt als men het N-certificaat heeft behaald;
  3. welk gebruik van frequenties daar bij zou moeten horen;
  4. En vervolgens beoordelen welke frequenties hiervoor kunnen dienen, mede gelet op ander gebruik op deze frequenties en stoorpotentieel.

Mocht het onderzoek leiden tot veranderingen in het pakket, dan heeft de toezichthouder een hele lijst met randvoorwaarden gesteld waarop een eventuele wijziging moet voldoen. Er moet een wezenlijk verschil blijven tussen de N en F licentie. Ook moet het pakket rekening houden met de gevolgen voor secundaire gebruikers en rekening houden met een mogelijk stoorpotentieel dat veroorzaakt kan worden door mindere (technische) kennis. Daarbij vraagt de toezichthouder zich af of aanpassing van de mogelijkheden voor N-amateurs überhaupt noodzakelijk is.

Voorstellen voor wijzigingen in het huidige pakket zijn van een objectieve en gedegen motivering voorzien. Het huidige pakket biedt de N-amateur al de nodige mogelijkheden om met het zendamateurisme kennis te maken. Als een Novice amateur meer mogelijkheden wenst, dan kan hij/zij doorleren voor een Full registratie. Op basis van welke objectieve criteria is aanpassing van de mogelijkheden voor N-amateurs überhaupt noodzakelijk?

Wanneer het onderzoek gereed is zal Agentschap Telecom zich inspannen om deze te implementeren, mits dit voorzien is van een objectieve en gedegen motivatie. Het is echter aan de verenigingen, ondersteund door de toezichthouder, om tot onderzoeksresultaten te komen.