Dialoogsessie: LSA access en 13cm

AT_logoDe landelijke verenigingen VERON en VRZA hebben op 11 september jl. een dialoogsessie gehouden met Agentschap Telecom. Daarbij stonden drie belangrijke onderwerpen op de agenda. Het (PA0) roepletterbeleid, het delen van onze 13-cm band en verbeterpunten rondom het ATOF-beleid voor repeaters.

In dit artikel gaan we nader in op de toekomst van onze 13-cm band.

LSA en tijdelijke zendbeperkingen in de 13 centimeterband

Tijdens het laatste amateuroverleg is er door AT een presentatie gegeven over de mogelijkheden van License Shared Access (LSA) en de plannen om via een pilot meer ervaring op te gaan doen met deze systematiek. Tijdens die presentatie is de verenigingen gevraagd in hoeverre zij bereid zijn mee te werken aan een dergelijke proef. De verenigingen hebben toen aangegeven graag mee te willen werken, en vragen zich nu af wat de huidige stand van zaken is. Door AT wordt kort toegelicht dat we nu met DGETM gaan kijken of en hoe we een pilot willen starten. Daarvoor zal binnenkort een afspraak volgen met Den Haag (zonder stakeholders).

Qua planning wordt aangestuurd op een haalbaarheidsonderzoek onder de DGETM-offerte 2015 (financieel, juridisch, technisch). Dit laatste is nog onderdeel van de onderhandelingen, nog niet duidelijk is of dat wordt goedgekeurd. Kortom: er is nog veel te doen voordat het werkelijkheid wordt, maar zijn we wel vol vertrouwen. Het is wel goed om te realiseren dat dit traject zeker niet op korte termijn zal starten of kan worden afgerond.

Vanuit de verenigingen wordt (nogmaals) aangegeven dat zij graag een bijdrage leveren, met name door een compatibiliteitsanalyse uit te voeren. Aan de hand daarvan zou de procedure omtrent tijdelijke zendbeperkingen nader kunnen worden beschouwd en eventueel kunnen worden aangepast. Het agentschap is verheugd over de bereidheid vanuit de radiozendamateurs om mee te werken.


In bovenstaand verslag is te lezen dat Agentschap Telecom een oplossing zoekt voor de gedeelde 13-cm band. Enerzijds moet er altijd ruimte zijn voor primaire gebruikers, voornamelijk producenten voor radio- en televisieprogramma’s, anderzijds wil AT zich inzetten voor het behoud van deze band voor radio-zendamateurs. En een oplossing voor medegebruik zal er moeten komen, omdat de toezichthouder eerder aangegeven heeft dat “Het uiterst denkbare scenario om deze problematiek op te lossen is het voorgoed “sluiten“ van deze band”. De verenigingen kunnen dan ook niets anders dan meewerken met het onderzoek.

Impact voor zendamateurs: Geef 2330 MHz (8 MHz bandbreedte) niet uit aan een primaire gebruiker.
Hoewel veel zendamateurs niet actief zijn op de 13cm band, lezen zij met enige regelmaat over de zendbeperkingen die ingesteld zijn omdat er een vergunning is afgegeven aan een primaire gebruiker. Deze vergunning ligt veelal op een onhandig gekozen frequentie rond de 2330 MHz, een van de twee frequenties die bij veel ATV relais stations in gebruik is als (analoge) ingang voor TV-signalen. Deze frequentie wordt onder andere ook gebruikt door de sonde tijdens de jaarlijkse Ballonvossenjacht, dat dit jaar de frequentie moest delen met 5 primaire gebruikers. In goed overleg tussen de organisatie, gebruikers en de frequentie-planner van Agentschap Telecom is uiteindelijk een goede oplossing gevonden maar of dit een houdbare situatie is voor de toekomst is niet zeker. Immers, het jaar ervoor kampte de organisatie met hetzelfde probleem. Ook in 2013 was er een vergunning afgegeven aan een primaire gebruiker op de ‘landelijke frequentie’ voor ATV’ers in de 13-cm band. Dit probleem zou eenvoudig opgelost kunnen worden door de toezichthouder door frequenties hoger in de band uit te geven, zodat de impact en kans op onderlinge verstoring een stuk lager ligt. De frequentie 2379 MHz is hier een goed voorbeeld van, zoals gebruikt werd voor live videobeelden tijdens de laatste Marathon van Amsterdam. Al ligt deze nog iets te dicht bij de uitgangsfrequentie van enkele repeaters. Hoewel dit volgens het bandplan in de uitgangsfrequenties voor relais-stations bevindt, zal de impact voor gebruikers minder zijn dan wanneer de ingangen niet meer werken. Ontvangen kan immers ook op 10 Ghz of via een stream. Geen ideale oplossing, maar wel een die makkelijk uit te voeren is en de impact van primaire gebruikers op radiozendamateurs behoorlijk zal verminderen.

Bandplan_13cm

Impact voor zendamateurs: Informatievoorziening en storings impact analyse
De regels zijn vrij duidelijk: Alvorens een uitzending te starten dient een zendamateur eerst te luisteren of er geen andere gebruikers gestoord worden. Maar met deze medegebruiker is het bijna onmogelijk om te bepalen of er activiteit is. Videozenders van productiebedrijven gebruiken doorgaans DVB-T signalen, vergelijkbaar met Digitenne. Op een normale ontvanger – als het al te horen is – klinkt dit als een ruis. Een ruis die bijna niet te onderscheiden is van de normale bandruis, temeer omdat de signalen erg zwak zijn. Een DBV-S of Fm decoder zal het signaal echter niet detecteren en een spectrum analyzer die tot 2,5 GHz kan meten is bij de meeste zendamateurs niet voorhanden. Een goede voorlichting is dus belangrijk om verstoringen te voorkomen. Agentschap Telecom zou deze informatievoorziening op een aantal manieren kunnen verbeteren. De eerste is voor een RSS-feed op haar website te plaatsen met actuele beperkingen. Daarnaast zou zij een nieuwsbrief uit kunnen geven waar gebruikers zich aan kunnen melden. Dat laatste is al in gebruik voor ATOF-houders (repeater beheerders) en kan eenvoudig uitgebreid worden. Hamnieuws kan immers ook op een duidelijke manier de actuele beperkingen integreren in haar website. Met een muisklik in plaats van 5 muisklikken.

Daarnaast moet er een storings analyse uitgevoerd worden om te kijken in hoeverre gebruikers elkaar daadwerkelijk storen. Zendamateurs gebruiken vrijwel uitsluitend horizontale polarisatie, camerazenders zitten doorgaans verticaal. Een nadeel is echter dat de gebruikte modulatie-techniek bij primaire gebruikers (COFDM gemoduleerd) juist tegen veel reflectie kan waardoor dit weinig effect zal hebben. Een beperking in een omtrek van 35 kilometer rondom de locatie is echter teveel van het goede. In hoeverre treedt er daadwerkelijk storing op als signalen in nabije omgeving gebruikt worden? Een veldtest zou uitkomsten kunnen bieden in samenwerking met bijvoorbeeld een leverancier van commerciele apparatuur voor de professionele gebruikers. Een uitkomst zou kunnen zijn dan de omtrek rondom zendbeperkingen – in combinatie met de eerder genoemde wijziging van frequenties – ertoe leidt dat deze omtrek drastisch ingeperkt kan worden en de impact daardoor minimaal is. Immers, wanneer Agentschap Telecom een vergunning uitgeeft aan meerdere primaire gebruikers lijkt de ’35-kilometer regel’ niet van toepassing. (beperkingen tijdens KLM Open in Zandvoort en de IBC in Amsterdam, minder dan 25km).

Het is afwachten wat de vervolgstappen van de toezichthouder zijn. Wanneer belanghebbenden begrip voor elkaar hebben en samenwerken kan de uitkomst enkel een win-win situatie voor iedereen zijn. In de loop van 2015 zullen we meer te weten komen…