Berichten

Repeaterbeheerders positief over AT-overleg

Gisteren zijn een 20-tal beheerders (vergunninghouders) van verschillende repeaters bij elkaar gekomen om tijdens een zogenoemd ‘benen op tafel’ overleg met elkaar in discussie te gaan over enkele stellingen, voornamelijk gericht op de evaluatie van de (bovenregionale) repeater.

“Er was een prettige sfeer en tijdens de pauze en na het overleg hebben de beheerders met elkaar een praatje kunnen maken.”, aldus de beheerder van PI3ASD. Een andere vertegenwoordiger laat weten zich niet via verenigingen vertegenwoordigd te voelen en blij te zijn rechtstreeks met Agentschap Telecom aan tafel te kunnen zitten. Alle beheerders zijn in ieder geval wel positief over deze bijeenkomst.

Afgesproken is dat AT binnenkort op haar website naar buiten zal brengen (in verkorte versie) wat er zoal besproken is.

Evaluatie bovenregionale repeaters

Agentschap Telecom wil een evaluatie houden over de drie bovenregionale repeaters. Hiervoor is een uitnodiging verzonden naar vergunninghouders. Dat laten meerdere vergunninghouders aan Hamnieuws weten. Het is de bedoeling om een rondetafelgesprek te organiseren met een 15-tal houders van vergunningen, waaronder de drie houders van een vergunning voor een bovenregionale repeater.

Er zal een tweetal onderwerpen besproken worden, namelijk de Bovenregionale repeaters vs. regionale en of lokale repeaters en daarna het gedrag- en intruder problemen repeater(s). Over het laatste agendapunt schrijft de toezichthouder dat ‘reflecteren op dit fenomeen en de daarbij ontstane problematiek (houding en gedrag en intruden) wel aandacht vragen’.

De bijeenkomst zal worden gehouden in Amersfoort. Vergunninghouders hebben afgelopen week een uitnodiging ontvangen per e-mail en kunnen zich aanmelden voor de bijeenkomst. Indien er meer dan 15 aanmeldingen zijn dan zal de toezichthouder een selectie maken, omdat de ruimte beperkt is. Zij zal daarbij selecteren op regio en type vergunning. Aanmelden kan tot 15 maart.

Toch afwijking van vergunningsregeling

Agentschap Telecom blijkt toch af te zijn geweken van de nieuwe verguningsregeling. In dit geval gaat het specifiek om de identificatie van APRS-stations. Eerder was op Hamnieuws te lezen dat een klacht van een amateur niet in behandeling genomen is. Agentschap Telecom bleek bij een andere klacht met een andere maat te reageren. Dit tot verbazing bij een eerdere klager. Het station PI1VBK heeft een addendum op haar vergunning gekregen, waarin staat dat identificatie niet verplicht is in CW, maar dit mag ook in de mode AX25 (F1D), waarvoor het station vergund is.

Naast het hiaat met betrekking tot de identificatie in CW geldt, zo werd deze week duidelijk, ook een probleem met de vrij te laten ingangsfrequentie van repeaters alsook het ontbreken van de vaste shift. Agentschap Telecom heeft bij de introductie van het nieuwe Vergunningsbeleid aangegeven na circa 6 maanden een evaluatie te houden. Dit zal ongetwijfeld op de agenda staan van het komende Amateur Overleg dat op 25 oktober georganiseerd wordt.

Hiaat in nieuwe vergunningsregeling

Er blijkt een hiaat te zitten in de nieuwe vergunningsregeling voor onbemande stations waar veel gebruikers tegenaan lopen. Wanneer een vergunning wordt aangevraagd voor een APRS-station dan dient de identificatie van dat station in CW of spraak te geschieden. Voorheen mocht dit nog in F1D (packet). Gebruikers van een nieuwe vergunning kunnen tegen problemen aanlopen wanneer hier geen rekening mee gehouden wordt.

De ontdekking werd gedaan door een station in Zeeland. Toen de vergunninghouder navraag ging doen bij toezichthouder Agentschap Telecom werd in een toelichting aangegeven dat geen afwijkingen mogelijk zijn. De toezichthouder schrijft:

Er zal niet worden afgeweken van het actuele identificatie-voorschrift zoals beschreven in het nieuwe beleid, dat betekent dat u inderdaad een voorziening dient te realiseren om een morse (A1A, max 20 w/pm) of een spraak (F3E) identificatie te bewerkstelligen. Dit identificatie-voorschrift is opgesteld om het mogelijk te maken toezicht te blijven houden op het gebruik van het frequentiespectrum dat aan zendamateurs is toegewezen, ondanks de grote hoeveelheid verschillende modulatiesoorten.

Omdat de vergunninghouder geen mogelijkheden zag om dergelijke identificatie binnen de uitrolverplichting van 4 maanden te realiseren is de vergunning weer ingeleverd bij Agentschap Telecom.