Agentschap Telecom heeft recent enkele ‘digipeaters’ in het APRS-netwerk onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat er mogelijk enige onduidelijkheid bestaat over het gebruiken van een (digi)repeater op basis van de eigen amateurregistratie. Vooral het idee dat ‘als je bij de zender aanwezig bent’ je een repeater op een privé-call mag gebruiken blijkt door veel zendamateurs als juist te worden gezien. Om deze onduidelijkheid weg te nemen, is hieronder de van toepassing zijnde regelgeving uitgelegd.
Een (digi)repeater zendt aan de ingang ontvangen berichten, zonder tussenkomst van de eigenaar/gebruiker van deze repeater, opnieuw uit. In de situatie dat dit gebeurt met een vergunning (voorheen ATOF) is dat juist, maar in de situatie dat dit gebeurt op basis van de registratie is dit fout. Hierbij speelt artikel 10 van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning met meldingsplicht 2015 een rol:
Art. 10, lid 1, onder b zegt: “Het uitzenden van omroepprogramma´s, muziek, reclame of berichten van of voor derden is niet toegestaan.”
Ook berichten van andere zendamateurs of andere geautomatiseerde systemen zijn berichten van derden. Hiermee is het ter beschikking stellen van een (digi)repeater aan andere zendamateurs een gebruik dat niet wordt gedekt door de registratie van de eigenaar/gebruiker, maar dient te worden gedekt door een vergunning voor het zenden met een relaisstation van Agentschap Telecom. Lees meer over het aanvragen van een vergunning in de Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs.
Het gebruik van repeaters zonder vergunning kan leiden tot een sanctie.