De 21e uitgave DARU-magazine

Afgelopen week is de 21e uitgave van DARU-magazine naar de leden verzonden. Het 60-pagina’s tellende digitale clubblad wordt – net als voorganger DKARS-magazine – vrij uitgegeven. Deze uitgave telt liefst 8 pagina’s meer dan de Electron. De vereniging doet niet aan copyright en alle artikelen kunnen (tenzij anders vermeld) vrij gebruikt en verspreid worden. Iedere geïnteresseerde – ook niet leden – kunnen het magazine gratis downloaden.

In dit magazine onder andere:

  • De Digi Taal van digitale mobiele communicatie, deel 1
  • Zijn we alleen?
  • PA0AA in de CQ WW SSB contest 2021
  • ‘Urbex’ ervaring in het oude HC8N conteststation
  • Hamgear and Gadgets

Voorzitter Bert Woest P0GKB) schrijft:

Deze editie van het magazine kruist precies de actualiteit die ik het liefst in dit voorwoord mee wilde nemen. Bij het maken van deze column moet onze ALV namelijk nog plaatsvinden evenals deel twee van de vergadering met het Agentschap Telecom (AT), omdat op 27 oktober jl. niet alle onderwerpen konden worden behandeld. We werden zeer welkom ontvangen in de vestiging Amersfoort en het grootste gedeelte van het overleg vond in een goede sfeer plaats. AT laat wat mij betreft uitstekend zien dat ze hecht aan een goede relatie met de zendamateurs. Dat betekent niet automatisch dat we het over alles eens (gaan) zijn, maar de intentie is de goede verstandhouding en de wil om onze doelgroep serieus te nemen. Dat vertrouwen heb ik absoluut.

In onze ALV zullen we o.a. dieper ingaan op onze visie. Nog maar even bij iedereen in de herinnering roepen dat we ‘op aard’ kwamen om ons uiteindelijk ook weer op te heffen. Dat klinkt wat destructief maar is het allerminst, omdat we juist één goede overkoepelende partij willen die de belangen van de radio(zend)amateur zo maximaal mogelijk bedient, zowel internationaal als in de relatie met onze eigen overheid. Daarbij willen we juist niet de zoveelste activiteitenvereniging zijn, maar meer een bond of federatie zoals we dat bijvoorbeeld in de sportwereld kennen. Een service als DQB (Dutch QSL Bureau) hoort daar wat ons betreft ook bij. Eentje waar elke vereniging, klein of groot, bij kan aansluiten en de afwikkeling centraal wordt verzorgd. Ondanks alle digitale ontwikkelingen zie je toch dat de papieren QSL-kaart zijn waarde houdt en voorlopig zeker nog niet zal verdwijnen.

In de vooroverleggen met VERON en VRZA merkte ik op dat alleen al onze aanwezigheid en de zaken die we aan de orde stellen, zoals storingsproblematiek, antenneplaatsing en gevaren voor onze frequentieruimte, toch prikkelt om die thema’s veel nadrukkelijker onder de aandacht te brengen. Ook discussies waarin de grootste partij eist met de meeste deelnemers aan het overleg met het Agentschap Telecom te willen deelnemen en waarom die ‘kleine’ eigenlijk is toegelaten, bewijzen dat er kennelijk iets wordt losgemaakt. Waarom zou je anders de meeste expertise vanwege grotere getalsgrootte willen claimen? Het gesprek loopt nog, maar illustreert wat mij betreft wel hoe welkom nieuwe partijen of andere inzichten zijn.

Een ander, wat mij betreft kenmerkend, voorbeeld is onze recente aanvraag om deel te mogen nemen aan het DQB. Het formele antwoord, met geuite excuses voor de vertraging, kwam onlangs binnen. Het was een harde afwijzing. De redenen staan hieronder. Benieuwd ben ik vooral naar uw reactie als lezer. Dit zijn de argumenten:

  1. Dat de statuten van het DQB zullen moeten worden gewijzigd;
  2. Dat de database en het softwarepakket moeten worden aangepast;
  3. De kosten die eraan verbonden zijn;
  4. Het feit dat de kosten niet opwegen tegen de baten aangezien waarschijnlijk veel DARU-leden al lid zijn van VERON en/of VRZA;
  5. Aanpassen van de inrichting en het wijzigen van de instructies aan de DQB-medewerkers;
  6. Schrijven van nieuwe instructies voor de Regionale QSL-managers;
  7. Toetreding een precedent zal scheppen voor andere verenigingen voor deelname aan het DQB.

Ik realiseer me dat we nog relatief klein zijn, veel goodwill moeten verdienen, maar we willen vooral wegblijven uit de kracht en macht van instituties, persoonlijke motieven en juist ervoor zorgen dat de belangen van onze mooie hobby zo goed mogelijk gediend en vertegenwoordigd worden. Het feit dat we onze vrije tijd daar voor geven geeft wel aan hoe serieus we onze missie nemen. Werk aan de winkel en dat doen we graag!

73, Bert PD0GKB

1 antwoord
  1. Hans
    Hans zegt:

    Och, als je als gevestigd instituut zoveel waarde hecht aan een velletje papier leef je toch echt in een andere realiteit. Kennelijk hebben de bestuurders van deze verenigingen nog nooit van het Lotw gehoord? Tijd om eens vriend google aan het werk te zetten. En voor jullie beste vrienden. Laat dat velletje pleepapier maar rusten en ga digitaal. Zo simpel, uploaden en het resultaat komt vanzelf, we gaan toch met onze tijd mee of niet soms?. En nee, niet 1x jaar uploaden natuurlijk, wel regelmatig, net als tanden poetsen

Reacties zijn gesloten.